4 min26 november 2024

Wet DBA: Wat betekent dit voor installatiebedrijven vanaf 1 januari 2025

De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) is een Nederlandse wet die sinds 1 mei 2016 van kracht is en de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) heeft afgeschaft. Deze wet heeft aanzienlijke gevolgen voor zowel zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) als opdrachtgevers, met name in sectoren zoals de installatietechniek. Vanaf 1 januari 2025 zal het handhavingsmoratorium worden afgeschaft. Dit moratorium houdt in dat de Belastingdienst geen boetes met terugwerkende kracht kan opleggen wanneer zij denken dat iemand schijnzelfstandig is. Vanaf 1 januari 2025 vervalt dit moratorium, wat grote financiële gevolgen kan hebben voor zowel zzp'ers als opdrachtgevers. Als de Belastingdienst dan bepaalt dat een zzp'er eigenlijk in loondienst had moeten werken, kunnen er forse naheffingen en boetes volgen. In dit artikel bespreken we wat de wet precies inhoudt, wat de afschaffing van het handhavingsmoratorium inhoudt, wat de aanscherping van de handhaving betekent en hoe je als werkgever in de installatietechniek je hierop kunt voorbereiden.

Wat is de Wet DBA (Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties)?

De Wet DBA is in 2016 ingevoerd met als doel de relatie tussen opdrachtgevers en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) te verduidelijken en schijnzelfstandigheid tegen te gaan. De wet wil hiermee de verantwoordelijkheden van zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers (zzp’ers) in balans brengen en de handhaving hiervan verbeteren. Op basis van deze wet kan de Belastingdienst bepalen of er sprake is van een echte zzp-relatie of een (fictief) dienstverband (schijnzelfstandigheid).

Een belangrijk onderdeel van de Wet DBA zijn de modelovereenkomsten. Deze overeenkomsten bieden duidelijkheid over de aard van de arbeidsrelatie voor een periode van vijf jaar en worden door de Belastingdienst goedgekeurd. Vanaf 1 januari 2025 wordt de modelovereenkomst afgeschaft. De Belastingdienst is al gestopt met het beoordelen van nieuwe modelovereenkomsten en zal naar alle waarschijnlijkheid ook geen modelovereenkomsten meer verlengen, omdat modelovereenkomsten schijnzelfstandigheid niet uitsluiten.

Handhaving vanaf 2025

Hoewel de Wet DBA al sinds 2016 bestaat en van kracht is, is de handhaving hiervan herhaaldelijk uitgesteld vanwege onrust en verwarring onder zzp’ers en opdrachtgevers. Veel bedrijven vonden de Wet DBA te vaag en niet werkbaar, waardoor duidelijkheid uitbleef. Dit veranderde echter toen door de overheid werd aangekondigd dat de handhaving vanaf 1 januari 2025 zal worden aangescherpt en het handhavingsmoratorium zal worden afgeschaft.

Vanaf dat moment zal de Belastingdienst actief gaan controleren of zzp’ers daadwerkelijk als zelfstandige worden ingezet. Voor opdrachtgevers betekent dit dat ze risico lopen op naheffingen en boetes wanneer blijkt dat zzp’ers bij hun feitelijk in loondienst werken. Op de handhaving wordt wel nuance toegepast, opdrachtgevers die in het eerst jaar welwillend proberen te voldoen aan de regels krijgen mogelijk geen boetes maar kunnen wel te maken krijgen met naheffingen.

Wat zijn de gevolgen van de handhaving Wet DBA voor opdrachtgevers in de installatietechniek?

Voor opdrachtgevers kunnen de financiële en juridische gevolgen van schijnzelfstandigheid groot zijn. Als de Belastingdienst vaststelt dat een zzp’er eigenlijk als werknemer had moeten worden behandeld, kunnen er forse naheffingen volgen op de loonheffingen. Voor opdrachtgevers geldt dat de Belastingdienst bij handhaving niet verder teruggaat dan 1 januari 2025, het handhavingsmoratorium wordt gerespecteerd. Let op: het moratorium geldt niet voor zzp’ers die gebruik hebben gemaakt van belastingvoordelen. In dat geval kan de Belastingdienst ook geld terugvragen of boetes opleggen over periodes van vóór 1 januari 2025.

Daarnaast is het belangrijk om te weten dat het handhavingsmoratorium alleen betrekking heeft op de Belastingdienst. Andere partijen, zoals pensioenfondsen, kunnen bij schijnzelfstandigheid proberen om achterstallige pensioenpremies te innen bij de opdrachtgever. Dit kan ook gelden voor premies van vóór 2025.

Het is daarom belangrijk dat opdrachtgevers actief controleren of zzp’ers als zelfstandigen werken en dat er geen sprake is van een duidelijke gezagsverhouding of te weinig ondernemersrisico. Daarnaast blijft het belangrijk om duidelijk vast te leggen dat zzp’ers zelfstandig werken en geen onderdeel zijn van de organisatie.

Wil je nog meer weten over wat er precies staat te gebeuren per 1 januari 2025 met de handhaving van de Wet DBA? Je leest er hier meer over: Veelgestelde vragen over de Wet DBA: wat jij als opdrachtgever moet weten.

Wat wordt er verstaan onder schijnzelfstandigheid?

Schijnzelfstandigheid in de installatietechniek (en andere sectoren) verwijst naar situaties waarin iemand als zzp’er werkt, maar feitelijk een dienstverband heeft met de opdrachtgever. Dit betekent dat de zzp’er niet volledig zelfstandig opereert, maar functioneert als een werknemer zonder de rechten en plichten die bij een dienstverband horen, zoals sociale premies of arbeidsrechtelijke bescherming.

Belangrijk is dat de zzp’er ten alle tijden zelfstandig werkt zonder gezagsverhouding, eigen middelen gebruikt en ondernemersrisico’s lopen. In de installatietechniek kan dit bijvoorbeeld betekenen dat zzp’ers hun eigen materialen en gereedschappen aanschaffen en dat zij duidelijk omschreven opdrachten hebben. Het behoud van autonomie over werktijden, werkwijze en de manier van uitvoeren van de werkzaamheden is daarnaast cruciaal om te voldoen aan de eisen van echte zelfstandigheid om zo juridische en financiële risico’s te vermijden. Meer weten over schijnzelfstandigheid lees onze blog: Schijnzelfstandigheid: 8 praktijkvoorbeelden van schijnzelfstandigheid in de installatietechniek.

Tips voor installatiebedrijven

  1. Voer een risicoanalyse uit: Controleer voor 1 januari 2025 alle zzp-constructies grondig en herzie deze waar nodig om te voldoen aan de eisen voor zelfstandig ondernemerschap. Kijk hierbij specifiek naar het risico van schijnzelfstandigheid en zorg dat zzp’ers niet afhankelijk zijn van jouw bedrijf om zo het signaal van schijnzelfstandigheid te voorkomen.
  2. Documenteer alles zorgvuldig: Leg alle afspraken met zzp’ers schriftelijk vast en zorg dat zzp’ers duidelijk als zelfstandigen werken en er dus geen sprake is van een gezagsverhouding. Vermijd situaties waarin zzp’ers lijken op reguliere werknemers, zoals langdurige aanwezigheid op één project of het uitvoeren van taken onder leiding van jouw eigen personeel.
  3. Zorg voor duidelijke opdrachtomschrijvingen: Geef zzp’ers afgebakende opdrachten met een duidelijke start- en einddatum. Dit helpt om te voorkomen dat de zzp’er te lang onder jouw directe leiding werkt, wat zou kunnen wijzen op een gezagsverhouding.

Ook interessant!

Lees meer blogs uit deze categorie(ën).

Van zzp naar loondienst: Wat moet je regelen?

4 min20 december 2024

Wet DBA in 18 vragen: wat zzp'ers moeten weten in 2025

11 min5 december 2024

Wet- en regelgeving wijzigingen 2025

5 min26 november 2024