11 min5 december 2024

Wet DBA in 18 vragen: wat zzp'ers moeten weten in 2025

Als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA). Vanaf 1 januari 2025 worden de regels strenger gehandhaafd door het wegvallen van handhavingsmoratorium, wat directe gevolgen kan hebben voor de samenwerking met opdrachtgevers. In dit artikel leggen we in 18 vragen uit wat deze veranderingen voor jou als zzp'er betekenen en hoe je schijnzelfstandigheid kunt voorkomen.

1. Wat is de Wet DBA?

De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) is in het leven geroepen om duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers). Zowel de opdrachtgever als de zzp'er dragen de verantwoordelijkheid om te bepalen of er sprake is van een opdracht of van een dienstverband. Dit is van groot belang, aangezien schijnzelfstandigheid gevolgen kan hebben, zoals het afdragen van loonheffingen en het verkrijgen van werknemersrechten.

Onder de Wet DBA mag een zzp'er zelf bepalen hoe het werk wordt uitgevoerd, zonder dat er sprake is van een gezagsverhouding. Wat inhoudt een opdrachtgever geen instructies mag geven over de uitvoering van het werk. Daarnaast mag een zzp'er niet dezelfde rechten ontvangen als een werknemer, zoals vakantiedagen of doorbetaling bij ziekte. Wanneer de Belastingdienst echter oordeelt dat er in de praktijk sprake is van een gezagsverhouding, kan dat leiden tot herkwalificatie van de arbeidsrelatie naar een dienstverband. Dit kan gevolgen hebben voor de opdrachtgever, maar ook voor de zzp'er zelf.

2. Wat verandert er op 1 januari 2025?

Vanaf 1 januari 2025 wordt de Wet DBA strenger gehandhaafd. Dit komt doordat het handhavingsmoratorium dan wordt afgeschaft. Hierdoor kan de Belastingdienst vanaf dat moment loonsancties opleggen als zij oordelen dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. Dit geldt niet met terugwerkende kracht.

In de praktijk betekent het opheffen van het handhavingsmoratorium dat de Belastingdienst tijdens controles naheffingen kan opleggen als er binnen bedrijven en organisaties sprake is van schijnzelfstandigheid. Wanneer een bedrijf of organisatie niet aan de regels voldoet kan een naheffing tot maximaal 5 jaar terug worden opgelegd. De Belastingdienst kan alleen met terugwerkende kracht corrigeren tot 1 januari 2025, de datum van de opheffing. Het is daarom belangrijk om ervoor te zorgen dat de arbeidsrelatie aan de regels voldoet.

Voor zzp'ers betekent deze verandering dat het extra belangrijk wordt om duidelijk te kunnen aantonen dat er sprake is van zelfstandigheid in de uitvoering van het werk. De Belastingdienst zal vooral kijken naar de dagelijkse praktijk en niet alleen naar wat er op papier staat. Hierdoor wordt de mate van zelfstandigheid in de samenwerking met de opdrachtgever een cruciaal punt.

3. Waar moet een zzp’er aan voldoen volgens de Wet DBA?

Volgens de Wet DBA moet een zzp'er aan de volgende voorwaarden voldoen om als zelfstandig ondernemer te worden erkend en om te voorkomen dat er sprake is van schijnzelfstandigheid:

  • Geen gezagsverhouding: De zzp'er moet zelfstandig werken, zonder dat er een hiërarchische relatie bestaat met de opdrachtgever. Dit betekent dat de opdrachtgever geen instructies kan geven over de uitvoering van het werk.
  • Eigen risico dragen: De zzp'er is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen risico's, zoals ziektekosten en arbeidsongeschiktheid. Er is geen recht op doorbetaling bij ziekte.
  • Eigen bedrijfsvoering: De zzp'er moet een eigen onderneming hebben, wat inhoudt dat hij of zij moet kunnen aantonen dat er sprake is van een bedrijfsmatige activiteit, zoals het hebben van een KvK-registratie. Denk hierbij ook aan het hebben van een eigen website en logo.
  • Onverplichte arbeidsrelatie: De zzp'er moet de vrijheid hebben om zelf opdrachten te kiezen en kan geen verplichtingen aangaan die de onafhankelijkheid in gevaar brengen.
  • Meerdere opdrachtgevers: Het wordt aanbevolen dat zzp'ers werken voor meerdere opdrachtgevers om aan te tonen dat zij niet afhankelijk zijn van één opdrachtgever. Als meer dan 70% van je omzet van één klant komt, kan dit gezien worden als schijnzelfstandigheid.
  • Duidelijke afspraken: De zzp'er moet duidelijke afspraken maken met de opdrachtgever, bij voorkeur vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst, zoals een goedgekeurde modelovereenkomst.
  • Geen werknemerskenmerken: Er moeten geen kenmerken zijn die typisch zijn voor een werknemer, zoals het ontvangen van een vast salaris, het hebben van een arbeidsovereenkomst, of het krijgen van secundaire arbeidsvoorwaarden.
  • Certificering: Het tonen van bepaalde certificaten toont aan dat je een ondernemer bent. Denk hierbij aan een VCA VOL-certificaat Het laat zien dat je gekwalificeerd en professioneel werkt.

Door aan deze voorwaarden te voldoen, kan een zzp'er de kans op herclassificatie als werknemer verkleinen en zich beschermen tegen mogelijke fiscale en juridische gevolgen.

4. Wat is schijnzelfstandigheid?

Schijnzelfstandigheid ontstaat wanneer een zzp'er op papier als zelfstandige werkt, maar in de praktijk eigenlijk een werknemer is. Dit kan gebeuren wanneer de zzp'er dezelfde taken uitvoert als werknemers in loondienst, onder gezag werkt of voornamelijk voor één opdrachtgever werkt zonder voldoende zelfstandigheid.

Als de Belastingdienst constateert dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, kan dit fiscale en juridische gevolgen hebben. De opdrachtgever moet loonheffingen afdragen, en de zzp'er kan recht krijgen op werknemersrechten, zoals doorbetaling bij ziekte en vakantiedagen. Dit maakt het belangrijk om de zelfstandige positie goed te waarborgen door voldoende vrijheid te hebben in de uitvoering van het werk en door samen te werken met meerdere opdrachtgevers.

5. Hoe kan schijnzelfstandigheid worden voorkomen?

Om schijnzelfstandigheid te voorkomen, is het belangrijk om als zzp'er voldoende zelfstandig te blijven werken. Dit kan door het werken voor meerdere opdrachtgevers, zelf de werktijden te bepalen en eigen beslissingen te nemen over de manier waarop het werk wordt uitgevoerd. Langdurige samenwerkingen met één opdrachtgever vergroten het risico op schijnzelfstandigheid. Wanneer meer dan 70% van je omzet afkomstig is van één klant, kan dit worden beschouwd als schijnzelfstandigheid.

Daarnaast is het essentieel dat de werkrelatie op papier overeenkomt met de praktijk. De Belastingdienst zal niet alleen de overeenkomst beoordelen, maar vooral kijken naar hoe de samenwerking daadwerkelijk verloopt. Daarom is het van belang om contracten (modelovereenkomst) zorgvuldig op te stellen en de werkrelatie regelmatig te evalueren.

6. Wat gebeurt er bij schijnzelfstandigheid?

Wanneer de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, heeft dit gevolgen voor zowel de zzp'er als de opdrachtgever. De opdrachtgever zal loonheffingen moeten afdragen en kan met terugwerkende kracht naheffingen ontvangen voor de periode waarin de schijnzelfstandigheid plaatsvond. Daarnaast kunnen er boetes worden opgelegd.

Er geldt in 2025 een overgangsperiode van één jaar, waarin mogelijk geen boetes worden opgelegd als kan worden aangetoond dat er maatregelen worden genomen om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Dit biedt ruimte om de arbeidsrelaties aan te passen en ervoor te zorgen dat deze in lijn zijn met de regelgeving.

Lees ook: 8 praktijkvoorbeelden van schijnzelfstandigheid

7. Wie krijgt de boete bij schijnzelfstandigheid?

Bij schijnzelfstandigheid ligt de verantwoordelijkheid voor de arbeidsrelatie voornamelijk bij de opdrachtgever. Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst weer handhaven op schijnzelfstandigheid en kunnen er boetes en naheffingen worden opgelegd. Hoewel beide partijen verantwoordelijkheid dragen, wordt de boete in de meeste gevallen opgelegd aan de opdrachtgever.

De opdrachtgever is namelijk verplicht om te zorgen dat er geen sprake is van een verkapt dienstverband. Wanneer de Belastingdienst oordeelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, moet de opdrachtgever loonheffingen met terugwerkende kracht afdragen. De zzp'er zelf krijgt meestal geen boete, maar kan wel te maken krijgen met herkwalificatie van de arbeidsrelatie, wat betekent dat hij of zij als werknemer wordt beschouwd. Dit kan gevolgen hebben voor de rechten en plichten van de zzp'er, zoals het verkrijgen van werknemersrechten.

Tijdens de overgangsperiode van 2025 kunnen werkgevers en zzp'ers nog geen vergrijpboete krijgen, mits ze kunnen aantonen dat ze maatregelen nemen om schijnzelfstandigheid te voorkomen.

8. Wat is de boete voor schijnzelfstandigheid?

Voor opdrachtgevers/werkgevers wordt het handhavingsmoratorium gerespecteerd. Dit betekent dat de Belastingdienst in principe tot 2025 geen naheffingen of boetes oplegt in het kader van schijnzelfstandigheid, tenzij er sprake is van kwaadwillendheid of duidelijke misstanden. Voor zzp’ers geldt dit moratorium echter niet direct. Als blijkt dat je niet voldoet aan de criteria voor zelfstandigheid, kan dit leiden tot het verlies van fiscale voordelen.

De gevolgen van schijnzelfstandigheid kunnen ernstig zijn. De Belastingdienst kan een boete opleggen die kan oplopen tot 100% van de verschuldigde belasting. Daarnaast kunnen belastingvoordelen zoals de zelfstandigenaftrek, mkb-winstvrijstelling en startersaftrek (voor beginnende ondernemers) worden teruggevorderd. De Belastingdienst kan dit tot vijf jaar terug doen, inclusief andere voordelen, zoals de grijs-kentekenregeling als dat van toepassing is.

Als de Belastingdienst oordeelt dat er feitelijk sprake is van een dienstverband, kan dit betekenen dat je als zzp’er eigenlijk in loondienst had moeten zijn. Bovendien ben je als IB-ondernemer (zoals bij een eenmanszaak of VOF) volledig privé aansprakelijk voor de financiële verplichtingen van je onderneming. Dit houdt in dat je persoonlijke bezittingen, zoals je woning of spaargeld, risico lopen bij eventuele schulden of terugvorderingen.

Lees ook: Van zzp naar loondienst: Wat moet je regelen?

9. Wie controleert schijnzelfstandigheid?

De Belastingdienst is verantwoordelijk voor het controleren van schijnzelfstandigheid. Dit houdt in dat zij onderzoeken of een zzp’er daadwerkelijk zelfstandig werkt of dat er feitelijk sprake is van een dienstverband met de opdrachtgever. Hoewel de Wet DBA bedoeld is om duidelijkheid te geven over arbeidsrelaties, kan het soms onduidelijk zijn of er sprake is van zelfstandigheid of schijnzelfstandigheid.

Wanneer de Belastingdienst constateert dat de huidige werkrelatie niet voldoet aan de wet, wordt de opdrachtgever en zzp’er geïnformeerd over de noodzakelijke aanpassingen. Dit biedt de mogelijkheid om de samenwerking te corrigeren, zodat deze in lijn is met de regels van de Wet DBA. Door tijdig actie te ondernemen, kunnen toekomstige naheffingen of boetes worden voorkomen.

10. Hoe lang mag een zzp’er bij één opdrachtgever werken?

Er bestaat geen harde wettelijke limiet voor hoe lang een zzp'er voor één opdrachtgever mag werken. Echter, de Belastingdienst kijkt wel naar de duur van de samenwerking om te bepalen of er sprake is van schijnzelfstandigheid. Wanneer een zzp'er voor langere tijd bij één opdrachtgever werkt, ontstaat er namelijk het risico dat de Belastingdienst de arbeidsrelatie als een dienstverband beschouwt.

In de praktijk geldt dat de Belastingdienst extra alert is wanneer een zzp'er langer dan een jaar voor dezelfde opdrachtgever werkt. Na verloop van tijd kan het voor de Belastingdienst lijken alsof de zelfstandige in loondienst werkt, vooral als er ook sprake is van vaste werktijden, vaste dagen en een sterke mate van controle door de opdrachtgever. Hoe langer de samenwerking duurt, hoe groter het risico dat er een gezagsverhouding ontstaat, wat kan leiden tot schijnzelfstandigheid.

Om het risico op schijnzelfstandigheid te verkleinen, is het verstandig om te werken voor meerdere opdrachtgevers en te zorgen voor voldoende afwisseling in de werkzaamheden. Dit toont aan dat de zzp'er echt zelfstandig werkt en niet afhankelijk is van één opdrachtgever.

11. Wat verandert er in 2025 rondom modelovereenkomsten?

Tot op heden was het mogelijk om gebruik te maken van door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten. Deze boden vooraf zekerheid over de arbeidsrelatie tussen de zzp'er en de opdrachtgever. Vanaf 2025 verandert dit, aangezien de Belastingdienst stopt met het goedkeuren van nieuwe modelovereenkomsten.

Het gevolg is dat zzp'ers en opdrachtgevers zelf meer verantwoordelijkheid dragen om ervoor te zorgen dat de werkrelatie aan de regels voldoet. Het is belangrijk om erop te letten dat de overeenkomst in de praktijk ook echt wordt nageleefd. De Belastingdienst kijkt niet alleen naar het contract, maar vooral naar de daadwerkelijke samenwerking en mate van zelfstandigheid.

12. Welke fiscale veranderingen staan er voor zzp'ers op de planning in 2025?

Naast de strengere handhaving van de Wet DBA worden er in 2025 ook fiscale veranderingen doorgevoerd die van invloed zijn op zzp'ers. Zo wordt de zelfstandigenaftrek verder verlaagd, van €3.750 in 2024 naar €2.470 in 2025. Dit betekent dat er minder belastingvoordeel is voor zelfstandigen, wat een grotere fiscale druk legt op zzp'ers.

Daarnaast wordt de MKB-winstvrijstelling verlaagd van 13,31% naar 12,7%. Ook worden de belastingtarieven aangepast, waardoor lagere inkomens profiteren van een lager belastingtarief, terwijl hogere inkomens juist meer gaan betalen. Het is belangrijk om deze veranderingen mee te nemen in de financiële planning voor de komende jaren.

13. Welke rol speelt gezagsverhouding bij de Wet DBA?

De gezagsverhouding is een belangrijk criterium bij de beoordeling van schijnzelfstandigheid. Een gezagsverhouding houdt in dat de opdrachtgever bepaalt hoe het werk moet worden uitgevoerd en toezicht houdt op de uitvoering. Wanneer er sprake is van een gezagsverhouding, kan de Belastingdienst de arbeidsrelatie herkwalificeren naar een dienstverband.

Als zzp'er is het belangrijk om voldoende autonomie te hebben in de uitvoering van het werk. De opdrachtgever mag wel aangeven welk resultaat er moet worden behaald, maar niet hoe het werk moet worden uitgevoerd. Het behoud van deze vrijheid is essentieel om als zelfstandige te blijven werken.

14. Hoe kan een zzp'er zich voorbereiden op de veranderingen in de Wet DBA in 2025?

Voor zzp'ers is het belangrijk om zich goed voor te bereiden op de strengere handhaving van de Wet DBA. Dit betekent dat de huidige arbeidsrelaties kritisch moeten worden beoordeeld. Werkzaamheden die langdurig voor één opdrachtgever worden uitgevoerd, of waarbij er weinig zelfstandigheid is, moeten opnieuw bekeken worden.

Het gebruik van tools zoals de webmodule van de Belastingdienst kan helpen om vast te stellen of er sprake is van zelfstandigheid. Check hier binnen één minuut of er bij jou sprake is van een schijnzelfstandigheid. Het kan ook nuttig zijn om de afspraken met opdrachtgevers regelmatig te evalueren en ervoor te zorgen dat deze nog steeds in lijn zijn met de regelgeving.

Doe de schijnzelfstandigheidscheck

15. Wat als je maar 1 opdrachtgever hebt als zzp'er?

Als zzp’er werken voor slechts één opdrachtgever kan risicovol zijn. De Belastingdienst kan dit namelijk als loondienst beschouwen, wat betekent dat de arbeidsrelatie niet wordt gezien als zelfstandig ondernemerschap. In dat geval verlies je het recht op fiscale voordelen zoals de zelfstandigenaftrek, startersaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Bovendien kan de Belastingdienst loonbelasting en premies volksverzekeringen met terugwerkende kracht in rekening brengen, zowel bij jou als zzp’er of bij je opdrachtgever. Dit kan leiden tot onverwachte financiële verplichtingen en mogelijke boetes voor beide partijen.

Om dit te voorkomen, is het belangrijk om voor meerdere opdrachtgevers te werken. Hoeveel opdrachtgevers voldoende zijn, hangt af van de specifieke situatie en de beoordeling door de Belastingdienst. Een duidelijke oplossing is om actief te zoeken naar extra opdrachten. Dit kan door het inschakelen van je eigen netwerk of door samen te werken met uitzendbureaus die gespecialiseerd zijn in het bemiddelen van zzp'ers. Deze bureaus kunnen je helpen om snel in contact te komen met nieuwe opdrachtgevers, wat bijdraagt aan het versterken van je zelfstandige positie.

16. Hoe is het om als zzp’er in de installatietechniek te werken via MAATT?

Ben jij een ervaren zzp’er in de installatietechniek of sta je op het punt om te beginnen als zelfstandige? Bij MAATT zijn we gespecialiseerd in het matchen van zzp’ers met uitdagende opdrachten in de installatietechniek. Wij begrijpen dat jouw tijd kostbaar is, daarom zoeken wij een opdracht dat bij jouw wensen past.

Onze diensten zijn ontworpen om jouw werk gemakkelijker te maken. Wij zorgen niet alleen voor continue stroom aan uitdagende projecten, maar betalen ook wekelijks jouw facturen.

Bekijk zzp opdrachten zzp voordelen maatt

17. Hoe handhaaft MAATT de Wet DBA?

Hoewel het nog niet volledig duidelijk is hoe de Belastingdienst de handhaving precies gaat uitvoeren, nemen wij aan onze kant alle mogelijke maatregelen om te voldoen aan de eisen van de Wet DBA. Op deze manier willen we zo transparant mogelijk aantonen dat er geen sprake is van een schijnconstructie.

  • Checklist bij eerste contact – is iemand echt een zzp’er
  • Door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst, tot 16-12-2026.
  • Minimumtarief voor zzp’ers van 35 euro, daaronder is de kans groot dat de Belastingdienst aanleiding ziet voor verder onderzoek. Zzp’ers met tarieven onder de 33 euro worden eerder gezien als schijnconstructies.
  • Maximaal 1500 uur per jaar werkzaam voor MAATT
  • Minimaal 2 andere opdrachtgevers naast MAATT
  • Goede, duidelijke, concrete opdracht-/projectomschrijvingen
  • Eigen werkkleding en vervoer
  • Controle op juiste inschrijving bij de KvK en registratie van de zzp’er als onderneming.

18. Wat mogelijk verandert in de Wet DBA in 2026?

De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) is bedoeld om de regels rondom de inzet van zelfstandigen en werknemers te vereenvoudigen, maar dit leidde tot veel onduidelijkheid en onzekerheid over de status van zelfstandigen. De Wet DBA stelde dat als er een arbeidsovereenkomst is, de opdrachtgever verantwoordelijk is voor het juist kwalificeren van de arbeidsrelatie. Dit betekent dat werkgevers met ingang van 2025 extra risico lopen op hoge boetes als ze zelfstandigen onterecht als zzp'ers kwalificeren. De Wet VBAR is een vervolg op de DBA en beoogt deze onduidelijkheid weg te nemen. Zijn er nieuwe ontwikkelingen zullen we dit natuurlijk tijdig delen.

Alle Wet DBA vragen in het kort

Hoe handhaaft MAATT de Wet DBA?
MAATT gebruikt een uitgebreide screening voor zzp'ers, duidelijke contracten, en modelovereenkomsten om te voldoen aan de Wet DBA.
Dit verhoogt het risico op schijnzelfstandigheid. Werk actief aan het aantrekken van meerdere opdrachtgevers.
Evalueer bestaande contracten, gebruik tools van de Belastingdienst en werk actief aan zelfstandigheid.
De Belastingdienst kijkt naar de mate van controle die de opdrachtgever heeft. Bij een gezagsverhouding kan de arbeidsrelatie als dienstverband worden gezien.
De Belastingdienst stopt met goedkeuring van nieuwe modelovereenkomsten. Contracten moeten de praktijk goed weerspiegelen.
Er is geen wettelijke limiet, maar langdurige samenwerking (meer dan een jaar) kan leiden tot herkwalificatie als dienstverband.
De Belastingdienst beoordeelt werkrelaties op basis van contracten en de dagelijkse praktijk.
Boetes kunnen oplopen tot 100% van de naheffingen, en de zzp’er kan fiscale voordelen verliezen, zoals zelfstandigenaftrek.
De opdrachtgever is meestal verantwoordelijk voor naheffingen en boetes. De zzp’er loopt risico op verlies van fiscale voordelen.
De opdrachtgever moet loonheffingen en mogelijk boetes betalen. De zzp’er kan zijn zelfstandigenstatus verliezen en rechten als werknemer krijgen.
Werk voor meerdere opdrachtgevers, bepaal zelf hoe je werkt, en zorg dat de praktijk overeenkomt met contractuele afspraken.
Dit ontstaat wanneer een zzp'er op papier zelfstandig is, maar in de praktijk functioneert als werknemer, bijvoorbeeld door gezag en afhankelijkheid van één opdrachtgever.
Geen gezagsverhouding, eigen risico dragen, een KvK-registratie hebben, voor meerdere opdrachtgevers werken en duidelijke afspraken vastleggen in overeenkomsten.
De Wet DBA reguleert arbeidsrelaties tussen opdrachtgevers en zzp'ers om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Het bepaalt dat zzp'ers zelfstandig moeten werken zonder gezagsverhouding.

Wij bieden jou zekerheid, wekelijkse betalingen, en sociale voordelen zoals pensioen en ziekte doorbetaling, terwijl je aan afwisselende projecten werkt in de installatietechniek.

De Belastingdienst kan bepalen dat je als werknemer wordt gezien. Dit leidt tot naheffingen en verlies van je zelfstandige voordelen.

De Wet DBA controleert op schijnzelfstandigheid. Vanaf 2025 vervalt de handhavingsmoratorium, waardoor opdrachtgevers en zzp’ers risico lopen op boetes bij een verkapt dienstverband.

Ook interessant!

Lees meer blogs uit deze categorie(ën).

Van zzp naar loondienst: Wat moet je regelen?

4 min20 december 2024

Wet- en regelgeving wijzigingen 2025

5 min26 november 2024

Het nieuwe pensioenstelsel

4 min26 november 2024